In de Akense binnenstad is de bron-zone 500 meter lang en maximaal 50 meter breed. Een concentratie van bronnen bevindt zich in een vlak dal aan de voet van de heuvelrug waarop de Markt ligt. Dit is de Obere Quellengruppe, waartoe de Quirinusquelle (49-50 ˚ Celsius), de Kaiserquelle (53,4 ˚ Celsius) en de Neubad-Quelle behoren. Ook de reeds lange tijd droogstaande Domquelle onder de Dom behoorde hiertoe. De Quirinusquelle en de Neubad-Quelle zijn tegenwoordig afgedekt. Op de oostelijke helling van de heuvelrug waarop de Markt ligt, ligt de Untere Quellengruppe met Karlsquelle (39˚ Celsius), Corneliusquelle (45-46˚ Celsius), Rosenquelle (47,1˚ Celsius) en Marienquelle (44,5˚ Celsius). Deze laatste twee liggen op de hoek van de Dahmengraben en Komphausstraße tegenover het Altes Kurhaus, hun ligging wordt aangeduid met twee messingplaatjes in de bestrating. Het water van de Rosenquelle en een gedeelte van de Kaiserquelle wordt naar de Carolus Thermen geleid, dit zijn thermale baden die tussen 1998 en 2001 gebouwd zijn. Ze liggen aan de Pass-Straße, dus een stuk buiten het oude kuurgebied.
De Nikolausquelle (28 ˚ Celsius) aan het begin van de Nikolausstraße, vlakbij het Bahkauv, is afgesloten met een in het wegdek zichtbare putdeksel. Datzelfde geldt voor de Quelle Großer Monarch, namelijk onder een putdeksel op een parkeerterrein vlakbij de parkeergarage Am Büchel. Daarnaast zijn er nog de Quelle unter dem Büchel (50 ˚ Celsius) en de Quelle am Münsterplatz (30 ˚ Celsius).
De bronnen in de binnenstad liggen bijna allemaal op dezelfde hoogte. De Kaiserquelle in het zuidwesten ligt op 160,5 meter boven N.N., terwijl de Rosenquelle in het noordoosten op 159,3 meter boven N.N. ligt. De bronnen in het centrum van Aken bevatten veel opgeloste zouten, 4359 milligram per liter in de Karlsquelle. Daaronder alleen al 290 milligram zwavelwaterstof. Dit verklaart de typische geur van rotte eieren die onder meer bij de Elisenbrunnen te ruiken is.