Vaals is een aparte plaats in Limburg. Door zijn ligging vlakbij de Duitse en de Belgische grens is het een heel internationale stad. Dat merk je al als je uit de richting Aken Vaals binnenrijdt. Overal wordt reclame gemaakt voor koffie en andere producten die in Nederland veel goedkoper zijn dan aan de andere zijde van de grens.
Ook aan het dialect van Vaals is goed te horen dat je in de buurt van Duitsland zit. Dit lijkt nog meer op Duits dan het dialect van andere plaatsen in Oostelijk Zuid-Limburg.
Vaals vervult met zijn vele winkels de functie van streekcentrum. Naast grote supermarkten, zijn er ook allerlei kleinere, gespecialiseerde winkeltjes te vinden, daarnaast is het natuurlijk ook de hoofdplaats van de gemeente Vaals.
Vaals was ook in het verleden een belangrijke plaats, met name in de tijd van de opkomst van de industrie, rond de wisseling van de 18e naar de 19e eeuw. Uit deze periode stammen heel wat bijzondere panden die in en rondom de historische stadskern liggen. Van alle kleinere plaatsen in Zuid-Limburg is een bezoek aan het centrum van Vaals uit cultuurhistorisch oogpunt de moeite meer dan waard.
Von Clermonthuis.
Midden in Vaals ligt het Von Clermontplein, genoemd naar de lakenfabrikant Johann Arnold von Clermont. Hij liet aan dit plein zijn textielfabriek bouwen die zorgde voor welvaart in het plaatsje. Het huidige gemeentehuis was in zijn tijd een lakenfabriek annex directeurswoning. Daarom is het een monumentaal gebouw dat tussen 1761 en 1765 gebouwd werd door de bekende Akense architect J. Moretti. Destijds stond het gebouw aan de hoofdweg van Aken naar Maastricht. Het witte gebouw heeft een met leien gedekt dak en in het midden van de voorgevel is een timpaan aangebracht. Hierop is de lijfspreuk van Von Clermont te lezen: “Spero Invidiam” (Ik hoop benijd te worden). Na de dood van Von Clermont werd het gebouw enige tijd ook als woonhuis gebruikt en tussen 1975 en 1979 gerestaureerd waarna het gemeentehuis erin werd gevestigd.
Kopermolen.
Aan het Von Clermontplein ligt ook de Kopermolen. Dit is een wit geschilderd gebouw dat tegenwoordig in gebruik is als woonhuis. Op deze plek stond in het verleden een molen die aangedreven werd door het kleine beekje “de Gau”. Het water van dit riviertje werd destijds voor allerlei industriële doeleinden gebruikt, zoals voor het aandrijven van watermolens, maar ook voor het spoelen en verven van de stoffen die in Vaals werden gemaakt. De temperatuur van 10° Celsius en de zachtheid van het water maakte het ideaal voor het verven van stof. In deze molen werd messing verwerkt. In 1736-1737 moest het voorste gedeelte plaats maken voor de Luthers-Evangelische kerk.
Luthers-Evangelische kerk.
Naast de Kopermolen staat de Luthers-Evangelische kerk. Dit gebouw heeft een onregelmatige, achthoekige vorm, die geïnspireerd is op de Dom van Aken.
Kleng Wach.
Een bijzonder monument in de grensplaats Vaals is een oud grensgebouwtje, de “Kleng Wach” genoemd. Dit bakstenen gebouwtje is rond 1890 gebouwd tegen de Duitse grens aan. Meteen naast het gebouw kan men nu te voet de grens met Duitsland oversteken. In het gebouw is nu een tentoonstelling te zien over Vaals als grensgemeente. Aan de buitenzijde staat een historische grenssteen van Aken, met daarop de “Reichsadler”.
Kasteel Bloemendaal.
Even buiten het centrum van Vaals staat Kasteel Bloemendaal. Dit prachtige kasteelachtige gebouw werd tussen 1791 en 1795 door de Akense architect J. Moretti gebouwd in opdracht van Johann Arnold von Clermont. Vanaf 1848 werd in het gebouw een hoog aangeschreven meisjespensionaat gevestigd van de orde Dames du Sacre Coeur. Na de Tweede Wereldoorlog, om precies te zijn vanaf 1947, draaide het internaat op volle toeren en droeg toen de naam Klooster Bloemendaal. Vanaf het begin van 1970 wijzen signalen als een teruglopend aantal leerlingen en een eveneens dalend aantal kloosterroepingen op het naderend einde van het internaat. Dit eindigde definitief in 1978. In 1990 werd het gebouw gerestaureerd en omgebouwd tot een luxe-hotel. Het gebouw wordt omgeven door een prachtig park, waarin enkele waterpartijen en beelden staan. In het vroege voorjaar groeien er veel Sneeuwklokjes (alanthus nivalis) en enkele groepjes Trompetnarcissen (Narcissus pseudonarcissus ssp. major).
Even buiten Vaals, in de richting van Holset, ligt de voormalige Volmolen de Gouw. Deze werd eerst als messingmolen en later als volmolen gebruikt.
Drielandenpunt en Vaalserberg.
Vaals is het meest bekend vanwege zijn ligging bij het Drielandenpunt. Hier komen de grenzen van Nederland, België en Duitsland bij elkaar. Een tijdlang was dit punt zelfs een Vierlandenpunt, toen naast genoemde landen hier ook nog het Neutrale staatje Neutraal-Moresnet lag. De Viergrenzenweg in Vaals herinnert hier nog aan. Naast het feit dat hier drie verschillende grenzen op korte afstand van elkaar liggen, is het Drielandenpunt ook bekend omdat het met 322,5 meter het hoogste punt van Nederland vormt.
Op de Vaalserberg staat sinds 1905 ook een tweetal uitzichttorens. Vlakbij het Drielandenpunt werd tussen 1969 en 1970 op Belgisch grondgebied de Koning Boudewijntoren gebouwd. Deze toren had een hoogte van 33 meter. In 1993 werd de toren vervangen door een nieuwe, 50 meter hoge toren. Van bovenop het je een prachtig uitzicht op de verre omgeving en met name op de bossen aan de voet van de toren.
De tweede toren is de Wilhelminatoren. Deze werd in 1905 in het Preusbos gebouwd. De eerste houten toren telde zes verdiepingen. Een storm in 1918 beschadigde de toren dusdanig dat de bovenste twee verdiepingen gesloopt moesten worden. In 1944 werd de toren wederom ernstig beschadigd. Bij de Bevrijding van Vaals in 1945 werd het interieur van het restaurant bij de toren dusdanig beschadigd dat toren en restaurant tot op de grondvesten moesten worden afgebroken. In 1951 werd de nieuwe Wilheminatoren geopend.
Nog verder buiten Vaals ligt Kasteel Vaalsbroek.