De Anselerbeek ontspringt uit verschillende bronbeekjes in Richterich, Laurensberg en Vetschau. Deze beekjes hebben grotendeels een natuurlijk aanzien en lopen tussen weilanden door. Ze worden gezoomd door Zwarte elzen (Alnus glutinosa). In de beek groeien diverse fraaie plantensoorten, waaronder het bijzondere Knikkend nagelkruid (Geum rivale). In de weilanden langs de beek groeit hier en daar Echte koekoeksbloem (Lychnis flos-cuculi). Bij Kasteel Großuersfeld verenigen zich diverse zijbeekjes tot een iets grotere loop. Deze loopt in een diepe greppel langs de rand van de mijnstortberg Wilsberg. In deze greppel heeft de beek een canyonkarakter. De hellingen langs de beek zijn begroeid met Klimop (Hedera helix) en allerlei varens. Uersfeld werd al rond 1290 vermeld. De kasteelboerderij draagt een wapensteen met het jaar 1663. Rondom het kasteel ligt een brede gracht en een park dat bestaat uit een fraaie Lindenlaan en vele naaldbomen. In mei bloeien in het park diverse rhododendrons.
Na het passeren van de Wilsberg stroomt de beek onder de spoorlijn Herzogenrath-Aken door en komt in Bank uit. De straat langs de beek heet de Amstelbachstraße. De beek wordt in Duitsland namelijk Amstel of Amstelbach genoemd. Na Bank meandert de beek in een diep dal waar veel weilanden langs de beek liggen. Deze worden gescheiden door meidoornheggen. Op de plateau 's langs het dal liggen hoogstamboomgaarden en akkers. Hoog boven het dal ligt boerderij Mühlenbach welke al in 1290 werd genoemd. Mühlenbach is de andere veel gebruikte naam voor de Amselbach. Het huidige gebouw stamt uit de 18e eeuw. Een sluitsteen boven de poort vermeldt het jaartal 1757 en de muurankers 1788. Gut Mühlenbach is een viervleugelige boerderij uit baksteen. Bovenop staat een zadeldak. Het herenhuis telt 2,5 verdiepingen en heeft rondom de ramen blauwstenen lijsten. Bij de boerderij hoorden een bakhuis, een smederij en een huiskapel. Ook was er een kleine brouwerij gevestigd. In de tuin staat een zonnenwijzer uit 1791.
Vlakbij de Obermühle, een voormalige graanmolen, ligt de waterzuiveringsinstallatie van Horbach. Deze werd in 1977 gebouwd om het water van Horbach te zuiveren. Na de inlaat van deze waterzuivering bevat de beek bijna dubbel zoveel water. Niet veel verderop passeert ze de voormalige waterburcht "Haus Heyden". Nu is het nog slechts een klein stukje tot de grens met Nederland. Nog net in Duitsland ligt de voormalige graanmolen Bückerhof.
De eigenlijke Anselderbeek ontstaat bij de Nederlandse grens door de samenvloeiing van de Crombacherbeek, Bleijerheiderbeek en de Amstelbach. In het dal van de Bleijerheiderbeek liggen fraaie hangveentjes, de Peschbeemden.
De naam Anselderbeek gaat pas gelden vanaf de overschrijding van de Duits- Nederlandse grens. Er bestaan overigens vele namen voor dit stroompje. De Annales Rodensis, de kloosterkroniek uit de 12e eeuw van het huidige Rolduc, vermeld dat in 1131 proost Fredericus een molen liet bouwen "superius Eigelsowen, super Anselam" (boven Eygelshoven, dus op de Anstel). De oorspronkelijke benaming is dus Ansel. Tegenwoordig gelden er vele namen zoals Ansel, Anstel, Anselerbeek, Anselderbeek, Anstelerbeek. De meeste verwijzingen naar het riviertje in andere toponiemen gaan voor Anstel. Denk hierbij aan de Heren van Anstel, die in vroeger tijden kasteel Erenstein bewoonden. Daarnaast ligt in Kerkrade het klooster Heren Anstel ofwel het Stift, het verzorgingstehuis Hoog Anstel, Restaurant de Anstelvallei en diverse straatnamen als Hoog Anstel, Boerenanstelerweg, Kloosteranstelerweg en het Boerenanstelerpad.
In het gebied Erenstein stromen tegenwoordig nog enkele kwelstroompjes, afkomstig uit de dalhelling, in de Anselderbeek. Vroeger had de beek meer zijbeken, maar het grootste deel hiervan is drooggevallen of het dal is volgebouwd. Alleen de Vloedgraaf is overgebleven.
De beek is op vele plaatsen rechtgetrokken en de bedding is vastgelegd met grote stenen, klinkers en betonplaten. Dit beperkt de vestigingsmogelijkheden voor planten en dieren in de beek, hoewel de beek oorspronkelijk een hoge natuurwaarde had (Maas, 2000). Ook bruggen, overkluizingen en bodemvallen beperken de vestigingsmogelijkheden voor aquatische en terrestrische organismen.
Het diep ingesneden beekdal is wel nog redelijk oorspronkelijk, de steile oosthelling (hellingspercentage 16-25%) en de flauwe westhelling (hellingspercentage 2-8%) zijn nog goed te herkennen. Het grondgebruik in het beekdal bestaat uit grasland. Op de dalhellingen liggen hellingbossen. Op de steile oosthelling van het beekdal ligt de bebouwing van Kerkrade, van haar gescheiden door de bossen. De westhelling met zijn flauwe hellingshoek wordt voor akker- en weiland gebruikt.
Na het binnenstromen van Nederland stroomt de Anselderbeek eerst door het gebied "De Ham". Hier is de bedding diep ingesneden en relatief smal. Richting het stuwmeer van de Cranenweijer wordt de beek steeds breder. In het park van Kasteel Erenstein is de beek zeer breed en ondiep. De breedte van de beek varieert van 1 tot 5 meter. De diepte ligt tussen 10 en 50 centimeter.
Na het passeren van het stuwmeer Cranenweijer stroomt de Anselderbeek onder de spoordijk van het Miljoenlijntje door. Even verderop voegt zich nog een belangrijke zijbeek bij de Ansel. Dit is de Strijthagerbeek welke in de buurt van de Winselerhof ontspringt en door het gebied bij Strijthagen stroomt. Daarna stroomt ze nog een klein stuk bovengronds over het grondgebied van de voormalige gemeente Eygelshoven en passeert het centrum van deze Kerkraadse wijk door een overkluizing. Kort voor haar monding in de Worm duikt de Ansel nog even aan de oppervlakte.
In de periode van de steenkolenmijnbouw was het water van de Anselerbeek vaak gitzwart door het afval van de kolenwasserijen. Er was dan ook geen leven in. Veel van het vervuilde mijnslib is afgezet in de Cranenweijer.
Anno 2011 leven in de Anselerbeek weer allerlei soorten vissen, waaronder bijzondere soorten als Elrits (), Bermpje () en Kopvoorn. De Elrits is zeer bijzonder omdat hij in Zuid-Limburg enkel in de Geul, Roer, Worm en de Anselerbeek voorkomt.