Venwegen is een lintdorp aan een oude doorgaande weg, mogelijk al van Romeinse oorsprong, die van noord naar zuid loopt. Venwegen strekt zich over een lengte van 1,7 kilometer uit langs de weg van Kornelimünster naar Mulartshütte. Het dorp telt circa 1.500 inwoners (dec. 2005). Het behoort tot de gemeente Stolberg, voorheen tot de gemeente Kornelimünster. Het noordelijkste punt, de Hönigerhof ligt op 280 meter boven NN, het zuidelijkste punt, de Birkenhof ligt op 320 meter boven NN. Ten zuiden van het dorp ligt de Münsterwald, het bos dat vroeger aan het klooster van Kornelimünster toebehoorde.
De naam van het dorp komt van "Weg ins Venn". Het dorp hoorde namelijk tot de Franse tijd (1794) bij de Reichsabtei Kornelimünster en vanuit de abdij reed men via Venwegen naar de Hoge Venen. Haar naam werd in de loop der eeuwen op verschillende manieren geschreven. Venewegen, Vinwegen, Vienwegen en Venweghe komen voor. Het is een dorp dat in de loop van de hoogmiddeleeuwse rooiingsperiode werd gebouwd. De eerste vermelding stamt uit 1303 in een oorkonde over het Monschauer Reichswald. De inwoners van Venwegen mochten in dit bos namelijk hun vee weiden en ze hadden ook het recht om tijdens de masttijd de varkens in het bos te laten lopen. De abdij Kornelimünster, de formele heerser in het plaatsje, had het recht om hout te vellen en houtskool te maken in het Reichswald. De boswachter die hier toezicht op hield, woonde in Kornelimünster.
De landbouwpercelen rond Venwegen zijn zeer klein. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het opdelen van verwoeste, voormalige boerderijen die in het kader van de zogenaamde "Realteilung" werden opgesplitst. De naam van een straat "Am Langen Morgen" wijst hier nog op.
De vorm van de boerderijen is de gedegenereerde vierkantsbouw. Hieruit is af te leiden dat in het plaatsje niet alle boeren een volledig bestaan in de landbouw hadden omdat er in verhouding weinig landbouwgrond voorhanden is. Het waren waarschijnlijk arbeiders-boeren die vooral in de galmei-mijnbouw actief waren.
Venwegen heeft ook tegenwoordig zijn dorpse karakter nog behouden. Niet alleen de dorpskerk, maar ook een deel van de huizen aan de hoofdstraat, ten dele vierkantshoeven, staan onder monumentenzorg. De hoeves stammen uit de 16e tot de 19e eeuw. Hun gevel is doorgaans naar de straat toe gekeerd.
Bij de bouw van nieuwe huizen wordt nog steeds het oeroude bouwmateriaal, de kalksteen, gebruikt.
St. Brigidakerk.
De eenschepige kerk is toegewijd aan Sint-Brigida, beschermster van het vee. Een beeld in de kerk toont haar als abdis met een kromstaf en een kaars. Aan haar voeten rust een rund. Op haar feestdag trekt een processie uit Kornelimünster naar de kerk om St. Brigida te vereren.
Ook de Heilige Maagd en de martelares Apollonia worden in de kerk vereerd en van beide heiligen zijn ook relikwieën in de kerk aanwezig. Daarnaast zijn ye allebei afgebeeld in een glas-in-loodraam rechts van het koor.
De kerk is opgetrokken uit breuksteen en draagt een dakruiter. De westelijke gevel is, om haar tegen neerslag te beschermen, met leien bekleed. Ze stamt uit 1782 en werd gewijd in 1784. In 1804 werd ze tot parochiekerk verheven. Daarvoor behoorde Venwegen nog tot de parochie Kornelimünster. Het tabernakel is in 1729 voor de Akense parochiekerk Sint-Jakob vervaardigd. Het kwam in 1888 in handen van de parochiekerk van Venwegen.