Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Wijnbouw in het dal van de Ahr.

Door zijn aangename klimaat, is het Ahrdal uitermate geschikt voor het verbouwen van druiven. De Mönchberg bij Mayschoß krijgt per dag ruim 14 uur zon.
De kennis die nodig was voor het verbouwen van wijn werd waarschijnlijk al door de Romeinen in het Ahrdal gebracht. In ieder geval bezaten zij al een villa in het Ahrdal bij Ahrweiler. Het Ahrdal is het meest noordelijke wijnbouwgebied van Duitsland. De eerste schriftelijke berichten over wijnbouw in het Ahrdal stammen uit 770. In de Karolingische tijd was de wijnbouw te vinden in het gebied tussen Kreuzberg en de monding van de Ahr, dus in hetzelfde gebied als tegenwoordig. In de Middeleeuwen nam de wijnbouw in de Eifel met grote sprongen toe. Vooral de klooster zorgden voor de verbouw van druiven. Zij waren gespecialiseerd in het cultiveren van geneeskrachtige en andere nuttige planten. In de 10e tot de 12e eeuw waren reeds 22 kloosters in het Ahrdal in het bezit van wijnbergen. Vroeger reikte de wijnbouw in het Ahrdal tot Hönningen. Nu nog slechts tot Altenahr.
Maar op vele plekken zijn ook tegenwoordig nog resten van oude wijnbouwterrassen te vinden, met name ten zuiden van Altenahr.
De uitbreiding van de wijnbouw aan zijn noordelijke grens in de Middeleeuwen is ten dele toe te schrijven aan de toename van de bevolking in de vroege Middeleeuwen. De mensen hadden behoefte aan grote hoeveelheden wijn, kwaliteit was toen minder van belang dan kwantiteit. De kloosters hadden behoefte aan grote hoeveelheden alcoholische dranken zoals wijn en bier. Niet zozeer voor eigen gebruik, maar vooral als handelsobject. Een tweede, veel belangrijkere factor voor het uitbreiden van de wijnbouw in dit gebied, is de klimaatverandering tussen 800 en 1100. Toen heerste in deze streken een ongewoon warme periode, die wijnbouw ook in tegenwoordig ongunstige gebieden toeliet.
Ook speelden de verbeterde technische mogelijkheden om wegen aan te leggen of steengroeves te bedrijven een rol. Hierdoor was het aanleggen van wijnbouwterrassen op steile hellingen mogelijk.
In de 12e en 13e eeuw begin in het Ahrdal een bouwperiode. Kerken, burchten en stadsommuringen ontstonden. De wijnbouw en de hiermee verbonden handel brachten rijkdom in het gebied.
Hoewel vroeger de wijnbouw een privilege was voor de landheren, werd in de loop van de Middeleeuwen de wijnbouw steeds meer een zaak die men door het pachten van wijnbouwterrassen kon gaan bedrijven. Eerst werd de helft, later een derde deel als pacht gevraagd.
Na de Franse revolutie werden belangrijke handelsbelemmeringen weggenomen, waardoor de economie gedurende een periode van 20 jaar floreerde.
In de Pruisische tijd met een veranderd douanesysteem en andere handelsbelemmeringen sloten de wijnboeren zich aaneen tot een Winzergenossenschaft. Dit had ook te maken met het optreden van misoogsten. De Winzergenossenschaft van Mayschoss werd daardoor in 1869 tot de oudste coöperatie van wijnboeren van Duitsland.
De oprichting van de eerste wijnboerencoöperatie door 22 wijnboeren leidde tot het eind van de 19e eeuw het oprichting van 20 andere Winzergenossenschaften in het dal van de Ahr.
De Klosterberg in het Ahrdal is 550 hectare groot en is grotendeels met druivenstokken beplant. Hier liggen wel nog kleine eigendommen. De Klosterberg is het op vier na kleinste van de 13 wijnbouwgebieden van Duitsland. Tegelijkertijd is het wel het grootste aaneengesloten gebied waar rode wijn wordt verbouwd. De verbouw vindt ook plaats in een aantal kleinere wijngaarden rondom.
De verbouw van rode wijn is een herontwikkeling van de afgelopen 20 jaar. Het verbouwen van rode wijn begon reeds in de 17e eeuw, waarbij onder meer Burgunder en Portugieser werden aangeplant. In 1997 werd 81,6% van het totale oppervlak met rode wijn beplant. De meest voorkomende soorten zijn nu Spätburgunder, Frühburgunder en Portugieser. Ook Dornfelder komt op als gebruikte wijnsoort. De klimatologische en geologische omstandigheden in het dal van de Ahr zijn het meest geschikt voor de Spätburgunder.
Ook wordt er witte wijn verbouwd, dit zijn vooral Riesling en Müller-Thurgau druiven. Voor het maken van Eiswein wordt meestal Riesling gebruikt.
Op de druivenstokken hangt een fijnmazig net om vraat van wespen te voorkomen. Een wijnstok van het ras Regent kan maximaal 25 jaar meegaan, daarna moet een nieuwe worden bijgeplant. De eerste vijf jaar draagt een wijnstok geen druiven.
Opvallend in het Ahrdal is dat er nog vele kleine wijnboeren werken. Deze hebben zich vaak wel in coöperaties van wijnboeren samengevoegd. In 1996 werkten 530 wijnboeren, deels in voltijd, maar grotendeels in deeltijd.
Sinds de ruilverkaveling van 1968 en erna in 2001-2003 zijn de wijngaarden groter en meer samenhangend geworden.

     

             Ahrdal.                                                                     Wijngaard van na de ruilverkaveling.