Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Deelgebieden.
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Paddenstoelen.
Heiligen.
Wildparken.
Feesten.
Excursies en lezingen.
Wandelroutes.

Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotos.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Nationaalpark Eifel.

  

Op 1 januari 2004 werd het eerste Nationale Park van Nordrhein- Westfalen opgericht. Het heeft een oppervlakte van 110 km2 (10.700 hectare) en ligt tussen Nideggen in het noordoosten en de Belgische grens in het zuidwesten en omvat delen van de Kreisen Aachen, Düren en Euskirchen. Binnen het Nationale Park liggen negen gemeentes. Het Nationale Park strekt zich van noord naar zuid uit over een afstand van 20 kilometer. De hoogteligging gaat van 600 meter boven NN met 1.255 millimeter neerslag tot 250 meter boven NN met 690 milllimeter neerslag per jaar. De sneeuwbedekking duurt doorgaans van december tot maart. De bodems bestaan uit zure bruine aarde bodems. Het grootste deel van het gebied wordt gevormd door de hoogvlakte van Dreiborn, maar er horen ook delen van de bossen tussen Monschau en Hellenthal en van de dalen van de Urft en de Olef bij. Een belangrijk onderdeel van het Nationalpark Eifel is de Kermeter, een heuvelrug tussen de Urftsee en de Rursee. Vanaf 1 januari 2006 is ook het gebied van het voormalige Camp Vogelsang erbij gevoegd, dat vanaf toen niet meer voor militaire doeleinden gebruikt werd. Hier ligt het voormalige dorp Wollseifen. Met bijna 3.000 hectare is dit een van de grootste onderdelen van het Nationalpark. Op 75% van het oppervlak, de zogenaamde Naturzone, vindt geen ingreep van de mens plaats. De ongestoorde ontwikkeling van flora en fauna staat hier voorop. Op de overige 25%, de zogenaamde Manegementzone, moet de mens regelmatig ingrijpen om te voorkomen dat de hier liggende graslanden en andere open gebieden niet met bos dichtgroeien. In het Nationale Park liggen veel beukenbossen die gekenmerkt worden door een Atlantisch klimaat en een voedselarme, zure bodem. Naast het voorkomen van Beuken (Fagus sylvatica) is de Witte veldbies (Luzula luzuloides) heel karakteristiek voor deze bossen. Het Atlantisch klimaat kent grote hoeveelheden neerslag en in verhouding milde winters. De heuvels hebben vaak rotsige hellingen, die -met name aan de zonbeschenen zijde- met Wintereiken (Quercus petraea) begroeid zijn. De beken in het gebied stromen door smalle, koele, kloofachtige dalen. In grote delen van het gebied staan nu nog sparren, deze horen hier echter niet thuis en worden dus in de loop van de tijd gekapt om plaats te maken voor een meer natuurlijke begroeiing. De storm in januari 2007 hielp hier echter ook al flink al mee en blies 50.000 bomen tegen de vlakte. Op de braakliggende open gebieden van het voormalige Camp Vogelsang worden in de toekomst nieuwe bossen aangeplant



Burg Vogelsang ligt midden in het Nationaalpark.

Er leven vele bijzondere planten- en diersoorten zoals Wilde kat (Felix sylvestris), Zwarte specht (Dryocopus martius), Bever (Castor fiber), Oehoe (Bubo bubo), Rode (Milvus milvus) en Zwarte wouw (Milvus migrans), Ijsvogel (Alcedo athis), Zwarte ooievaar (Ciconia nigra), Wilde narcis (Narcissus pseudonarcissus), Wilde judaspenning (Lunaria rediviva), Tongvaren (Phyllitis scolopendrium) en Duitse hondstong (Cynoglossum germanicum).

           

Hol van Zwarte specht (Dryocopus martius). Duitse hondstong (Cynoglossum germanicum). Wilde kat (Felix sylvestris).