Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Heimbach.



Algemeen.

Heimbach is een plaatsje in de Rureifel. Het ligt in het dal van de Rur, tussen Nideggen en de Rurtalsperre Schwammenauel. Heimbach is een toeristenplaatsje met een mooie kerk, een kasteel, een infocentrum van het Nationalpark Eifel en allerlei mooie vakwerkhuizen. Heimbach is vanwege zijn milde klimaat en schone lucht ook een Kuuroord. Daarbij hoort ook het Kurpark dat ligt ingeklemd tussen de Rur en de rots waarop Schloß Hengebach staat. In de kiosk in het Kurpark worden in de zomer wekelijks concerten gegeven. Heimbach is een echt toeristenplaatsje met hotels, campings en cafes en restaurants. Ook ligt in het voormalige station een informatiecentrum van het Nationalpark Eifel.
De belangrijkste bezienswaardigheden in het kleine centrum van het stadje zijn Burg Hengebach die oorspronkelijk uit het jaar 1000 stamt, maar na vele verbouwingen en verwoestingen nog slechts een deel van haar oorspronkelijke aanzien heeft behouden. Aan de voet van de kasteelberg ligt de St. Clemenskerk met het beroemde bedevaartsbeeldje in de nieuwe en diverse mooie altaren in de oude kerk. Voor de rest liggen er nog enkele mooie vakwerkhuizen in het centrum. In de omgeving van Heimbach is een bezoek aan Abtei Mariawald, de Rurtalsperre Schwammenauel, het Jugendstilkraftwerk Heimbach en aan het Nationalpark Eifel interessant.

Geschiedenis.

De eerste vermelding van het plaatsje Heimbach was in 673 in een schenkingsoorkonde van de Frankische koning Theodorik I. In de 7e eeuw werd het het oostelijk deel van Heimbach bewoond, hier lag een Frankische nederzetting aan de monding van de Heimbach. In de 9e eeuw worden de dorpjes Vlatten en Hergarten in oorkondes genoemd. Vanuit zijn Königshof in Vlatten trok Lodewijk de Vrome in 839 op jacht, later gevolgd door zijn zoon, Karel de Grote.
In 865 schonk de abdij van Prüm het dorp Hergarten aan Lothar II voor zijn Köningshof te Vlatten. Tijdens de invallen van de Noormannen in de 9e en 10e eeuw verloren de Königshöfe aan belang, omdat ze in open gebieden waren aangelegd. Hier waren ze nauwelijks nog te verdedigen.
Men koos nu voor een vestiging op een beter te verdedigen locatie, waar men zich zo mogelijk achter stevige vestingswerken kon verschansen. Derhalve werd de Königshof Vlatten verplaatst naar de burcht in Heimbach. Hoewel deze pas in 1012 voor het eerst in oorkondes wordt genoemd, stamt ze waarschijnlijk al uit het einde van de 9e eeuw.
In de luwte van deze Burg Hengebach ontstond reeds vroeg een kleine ommuurde nederzetting. Na talrijke veldslagen tussen Heimbach, aan de Gulikse kant, en Keulen, de tegenstanders, werd Heimbach aan het eind van de 13e eeuw met zijn 16 buurtschappen een van de (kleinste) 30 Gulikse ambten. Het had een eigen rechtbank en in 1343 verkreeg het stadsrechten. Vanaf toen werd in de bronnen ook steeds van "Stadt", "Städtchen", "Freies Tal" en "Civitas" gesproken. De stadsrechten hielden in dat de inwonders van Heimbach hout uit het bos mochten halen om dit te gebruiken als bouw- en brandhout, voor het stoken van houtskool, voor hout om meubels te maken en het houden van zwijnen en runderen in het bos. Uit het bos werden ook palen voor de wijnbouw gehaald. Ook mochten ze vissen op de Rur en de Urft en belastingvrij wijn en bier inkopen. De Heimbacher Stühle waren zeer gewild en met name door pelgrims werden vaak kinderstoeltjes als aandenken meegenomen.
Rond 1550 lag langs de Heimbach een molen, een "Kornmühle oben im Dahl Heimbach. Later kwamen daar een wolspinnerij, een slijp-, een olie- en een looimolen bij. In de looimolen werd eikenschors gemalen om erna te dienen als looimiddel in de leerlooierijen. Nu is alleen nog de Kremerse Mühle als gebouw behouden. In 1614 verkreeg Heimbach ook marktrechten. Het stond echter onder Nideggen, dat bestuurszetel was.

In de loop van de eeuwen leed Heimbach onder meerdere plagen. Zo woedde de pest meermaals in het plaatsje, dat ook steeds weer door vreemde troepen aangevallen werd. Een grote stadsbrand op 23 mei 1687, tijdens de opmars van Lodewijk XIV, trof naast 180 huizen en de kerk ook de burcht, welke vanaf dat jaar alleen nog als ruïne bestond. Aan het eind van de 18e eeuw werd Heimbach Frans bezit, na het Wener Congres (1815) kwam het bij Pruisen. De Pruisen zorgden voor regulering van de Rur en planten overal sparren om het troosteloze, kale landschap toch enig economisch nut te geven. In het begin van de 19e eeuw werd de Eifel namelijk ook wel als "Preußisch Siberien" aangeduidt, omdat het enkel uit uitgestrekte heidevelden bestond. Dit door het slecht omgaan met het bos en door het houden van teveel schapen.

Na 1802 beleefde Heimbach een bloeiperiode als bedevaartsoord. Dit omdat door de secularisatie het nabijgelegen klooster Mariawald werd opgeheven en het daar vereerde Genadebeeld, een Pieta, naar de parochiekerk van Heimbach kwam.
In 1817 werd een wolspinnerij in Heimbach geopend. De "Heimbacher Schafe" werden niet alleen om hun wol, maar ook om hun lekkere vlees gehouden. Voor dit vlees werden ze zelfs tot de markten in Parijs gedreven. De schapen waren belangrijk, want van hun wol leefden de herders, de wevers, de lakenmakers, de ververs en de kleermakers.
Op 10 juni 1883 vond een enorm onweer plaats in het gebied stroomopwaarts van Heimbach, waardoor het plaatsje overstroomde en vele huizen werden verwoest. Om een einde te maken aan dit soort overstromingen begon men in 1904 met het bouwen van de Urfttalsperre.
In 1938 werd de voorde door de Rur vervangen door een vaste brug, waardoor de boeren met hun hooivrachten niet meer door de rivier hoefden te rijden.
Door branden in de 17e en 19e eeuw werd het historische aanzien van het stadje verstoord, maar ook nu nog zijn er enkele fraaie 18e eeuwse vakwerkhuizen behouden. Ook de Tweede Wereldoorlog bracht aanzienlijke schade aan aan het de burcht en aan het stadje.
Tegenwoordig is Heimbach Kuuroord met Kuurpark en Kneipp- voorzieningen.
Het stadje vormt met de dorpen Blens, Düttling, Hasenfeld, Hausen, Hergarten en Vlatten de zuidelijkste gemeente van de Kreis Düren. Heimbach telt 46.000 inwoners op een oppervlakte van 65, 2 km2 en is de kleinste stad van Nordrhein- Westfalen.

Natuur in Heimbach.

Direct achter de huizen liggen prachtige struwelen met veel Sleedoorn (Prunus avium), wilde rozen en andere doornstruiken. In deze omgeving, maar zelfs midden in het centrum van het plaatsje, kan de Iepepage (Saturium w-album) gezien worden.
Op de rotsen rondom Schloß Hengebach groeit ook een bijzondere flora met allerlei warmteminnende plantensoorten. Onder meer vetplanten als Wit vetkruid (Sedum album), Hemelsleutel (Sedum telephium) en Muurpeper (Sedum acre). Verder Slangenkruid (Echium vulgare), Schapengras (Festuca ovina s.l.) en Absintalsem (Artemisia absinthimum).

Vroege bewoning.



De omgeving met zijn dunne verweringsbodems was voor boeren al van begin af aan vrijwel ongeschikt. Wel vond men bij de bouw van de stuwdam van Schwammenauel resten van jagers uit de laatste Ijstijd. De Kelten groeven in het gebied naar ijzerets en door het smelten hiervan met houtskool ontstond de zogenaamde "Niederwald". Uit de Romeinse tijd stammen circa 60 ovale kuilen, waarin ook ijzererts werd gedolven. Deze liggen in het Badewald. In de Romeinse tijd liepen hier twee heerwegen, één van Venlo naar Kröv aan de Moezel en een andere van Reims naar Keulen. Langs de eerste weg werden in het Badewald, in de omgeving van Hof Walbig en de Bleiberg, resten van een nederzetting uit deze periode gevonden.

Nabij de Hof Walbig vond men in 1908 ook een altaar dat aan de stamgodin van de hier wonende Sunniger was gewijd. In de omgeving van Forsthaus Mariawald en ook op de Kermeter en in het Rurdal werden uit de eerste eeuwen van onze jaartelling sporen gevonden. Voor de restauratie waren in de muren van de burcht nog romeinse dakpannen te vinden. Na de grote volksverhuizing vestigden zich Frankische boeren in het oostelijke deel van het gebied rondom Heimbach. Op de Kermeter en in de dalen ontstonden geleidelijk bossen. Pas in de 7e eeuw kwam er een grotere bewoningsdruk in het gebied, toen ontstonden de plaatsjes Vlatten en Hergarten.