Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













De Rur (Roer).


De Rur ter hoogte van Dedenborn.

De naam van de Rur is van voor- keltische, indogermaanse oorsprong en betekent "openscheuren, graven, loswoelen". Tegenwoordig is de Rur over vele kilometers gekanaliseerd, maar in de bovenloop, met name in het gebied van het "Naturschutzgebied Gebirgsbach Rur", is nog iets van haar oorspronkelijke woestheid te zien. In het streekmuseum te Roermond is nog het wijaltaar voor de Romeinse riviergodin Rura te zien. Riviergoden en bronnimfen beschermden in vroegere tijden het water. Wie zich aan het water, de oorsprong van het leven, bezondigde, laadde de vloek van de god op zich. Ook de Germanen geloofden nog in riviergoden, één van de redenen waarom zij geen gebruik maakten van watermolens, zij wilden de goden niet teveel werk bezorgen.

De Rur ontspringt in de Belgische Hoge Venen. In de buurt van de Botrange vinden we haar bronnen, één ligt nabij het bosje Drello vlakbij de Botrange (694 m), de andere in het bosje Grande Oneux in dezelfde omgeving. Er is niet één echte bron aan te wijzen, het is eerder een groot brongebied waar uit alle hoeken en gaten water stroomt.
Bij het dorpje Sourbrodt, om precies te zijn in het gebied "Am Grünen Kloster" stromen twee van de hier ontspringende stroompjes, de Große en de Kleine Rur, samen tot de Rur. De Kleine Rur stroomt een stuk door fraaie extensieve weilanden die 's zomers begroeid zijn met tal van planten. In het voorjaar zijn hier ook Wilde Narcissen (Narcissus pseudonarcissus) te vinden.
Vlakbij Kalterherberg stroomt de Rur Duitsland binnen en door een bebost dal stroomt ze naar klooster Reichenstein. Daarna neemt ze de Ermesbach op en komt in de smalle kloof van het natuurgebied "Gebirgsbach Rur". Dit gebied werd vanwege haar landschap, haar rotsen, kloven en planten op 1 maart 1967 als natuurreservaat aangewezen.
Bij de voormalige lakenfabriek van Scheibler bij Dreistegen stroomt de Rur naar de binnenstad van Monschau en neemt op deze plek de Perlenbach op. Bij de Felsenkellerbrouwerij voegt zich ook nog de Biesbach bij de Rur. Ter hoogte van het Rote Haus stroomt de Laufenbach in de Rur. Voorbij Monschau stroomt de Rur door een bebost dal. Hier zijn de typische ravijnbossen te vinden, welke bestaan uit onder meer Es (Fraxinus excelsior) en Gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus). Ze neemt verschillende beken, waaronder de Kluckbach, de Belgenbach en de Holderbach op en stroomt langs Hammer en Dedenborn. Opvallend in dit deel is het enorme hoogteverschil tussen het plateau en het dal.
Nu begint het gebied van de grote stuwmeren, eerst de Obersee bij Einruhr, dan de Rurtalsperre, het op één na grootste stuwmeer van Duitsland, vervolgens het Staubecken Heimbach en dan het stuwmeer van Obermaubach. Ondertussen passeert de Rur ook de Buntsandsteinrotsen bij Nideggen.




De Rur nabij Untermaubach.

Kort daarna komt ze in het laagland van Düren en Jülich. Via Heinsberg stroomt ze naar Nederlands gebied waar ze bij Vlodrop Nederland binnen komt.
Het stroomgebied van de Roer is een voor Nederland uniek gebied, omdat de Roer als een van de laatste grotere Nederlandse rivieren nog vrij meandert. Er zijn veel plaatsen met grindbanken, maar de rivier kent ook echte steile oevers waarin IJsvogel (Alcedo atthis) en Oeverzwaluw (Riparia riparia) nestelen. De rivier zelf is rijk aan stroomminnende waterplanten.
In de afgesneden meanders, waar vaak de invloed van kwel te merken is, zijn soortenrijke moeras- en elzenbroekvegetaties ontstaan. Het Roerdal maakt onderdeel uit van het Europese Natura 2000 netwerk. Het is aangewezen vanwege het voorkomen van bijzondere diersoorten waaronder Zeggekorfslak (Vertigo moulinsiana), Gaffellibel (Ophiogomphus cecilia), Donker pimpernelblauwtje (Maculinea nausithous), Kamsalamander (Triturus cristatus), Bever (Castor fiber) en vissen als Beekprik (Lampetra planeri), Rivierprik (Lampetra fluviatilis) en Rivierdonderpad (Cottus perifretum). De Roer is voor Nederlandse begrippen een zeer soortenrijke beek. Andere, minder zeldzame vissoorten in de Roer zijn Paling (), Zeeforel (), Barbeel (), Kopvoorn(), Serpeling (), Meerval () en Zeeprik (). De Zalm () is in 2006, na een afwezigheid van 125 jaar, weer teruggekeerd in de Roer. Dit kan door de nieuwe vispassage bij de ECI-waterkrachtcentrale, bijna direct aan de monding van de Roer in de Maas. Deze centrale was eerst onpasseerbaar voor veel vissoorten, maar door het aanleggen van een bypass is dit euvel inmiddels opgelost. Ook de Elrits () komt in de Roer voor.

     

De Roer is op Nederlands grondgebied ongeveer 22 km lang. De meanderende loop is grotendeels rustig want slechts op enkele plekken bevinden zich bruggen. Langs de Roer bevinden zich voornamelijk landbouwgronden, weilanden, populieropstanden en wilgenstruwelen. In de overstromingsvlakte is relatief veel grond eigendom van particulieren en slechts een beperkt deel in handen van natuurbeheerders. Over het algemeen beschouwd kan er worden gesteld dat, als je vanuit Duitsland de Roer afdaalt en dus richting Roermond gaat, je steeds meer akkers en weilanden tegenkomt tot je in het stedelijke gebied van Roermond aankomt. Bij Roermond mondt de Roer uit in de Maas.
Deoorsprong van de Rur bevindt zich op 660 meter hoogte en na 170, 1 kilometer stroomt de Roer op 18 meter hoogte bij Roermond in de Maas. Het gemiddelde verval bedraagt ongeveer 3,8 meter per kilometer.